fbpx

De Spaanse makelaar: meer dan zonnebrand en sangria

Als je denkt aan de makelaardij in Spanje, zie je vast meteen zonnige stranden, tapas en een huis vol palmbomen voor je. In de Spaanse vastgoedwereld heerst inderdaad een relaxte sfeer, maar achter dat ontspannen imago schuilt een wereld vol uitdagingen. Makelaar zijn in Spanje is namelijk allesbehalve een vakantiebaantje.

  1. De tropische dresscode
    Waar een Nederlandse makelaar zich in een strak pak hult, kun je in Spanje maar beter wat luchtigs aanhouden. In een driedelig pak met 35 graden Celsius loop je namelijk het risico dat de klant eerder een ambulance belt dan dat ze geïnteresseerd raken in die mooie villa met zeezicht. Hier is linnen de koning: lekker luchtig, makkelijk te strijken en het past perfect bij die laid-back Spaanse vibe.
  2. De zoektocht naar het eigendom… en de eigenaar!
    In Nederland werkt alles volgens het boekje en de kadasterstukken zijn doorgaans eenvoudig op te vragen. In Spanje is dat net even anders. Soms kom je er na lang zoeken achter dat de eigenaar eigenlijk een verre neef van de buurman is, die het huis heeft geërfd maar zelf liever op Ibiza zit. Of je ontdekt dat er een mysterieuze tweede verdieping op het huis staat die in geen enkel officieel document voorkomt. Als makelaar in Spanje ben je dus ook een halve detective.
  3. Olé voor de bureaucratie
    Het Spaanse vastgoedproces kan op sommige momenten wat weg hebben van een zwoele flamencodans. Net als je denkt dat je alles op een rij hebt, komt er weer een nieuw document om de hoek kijken of blijkt dat de gemeente er een siësta van enkele maanden op nahoudt. Als makelaar moet je flexibel zijn en vooral leren dat geduld in Spanje een absolute vereiste is.
  4. Spaans… of toch maar Engels?
    Zeker in de Costa Blanca is het een talenmix van jewelste: Engels, Duits, Frans, Nederlands én natuurlijk Spaans. Als makelaar word je een soort taalacrobaat die in vloeiende zinnen overschakelt van “Would you like a pool with that?” naar “¿Quiere una terraza en la azotea?” en weer terug. En hoewel de klant zich graag in het Nederlands wil verdiepen, moet je als makelaar in Spanje dus behoorlijk je talen spreken.
  5. De tapas-test
    In Nederland is een bezichtiging redelijk rechttoe-rechtaan: koffie, een praatje, het huis laten zien, klaar. In Spanje hoort daar natuurlijk een tapa bij, een cava, een strandwandeling, en voor je het weet ben je tot in de late uurtjes aan het kletsen over levenszaken. De Spaanse klant wil je leren kennen voordat er een deal wordt gesloten. Als je dus niet van borrelen of socializen houdt, wordt de Spaanse vastgoedmarkt een uitdaging.
  6. De zon als bondgenoot (en vijand)
    Zonovergoten dagen, blauwe luchten en een warme bries die door de palmbomen waait – klinkt als een droom, toch? Voor de Spaanse makelaar is de zon zowel vriend als vijand. Je hebt een instant vakantiesfeer om je huizen te laten schitteren, maar tegelijkertijd moet je uitkijken dat je jezelf (of je klanten) niet laat verbranden tijdens de bezichtiging. Het blijft een kunst om je werk te doen met een smeulende zonnebrandgeur in de lucht.
  7. Elke dag anders
    Makelen in Spanje betekent improviseren, flexibel blijven en om kunnen gaan met de Spaanse slag. Geen enkele dag is hetzelfde en de Spaanse vastgoedmarkt kent zijn eigen logica. Vandaag ben je bezig met een knusse finca in de bergen, morgen met een modern penthouse aan zee. Het enige wat je zeker weet? In Spanje loopt niets zoals gepland en dat is precies wat het werk hier zo uniek maakt.

Conclusie:

De Spaanse makelaar is meer dan een zongebruinde gids door prachtige villa’s. Het is een duizendpoot, een bemiddelaar tussen culturen, een levensgenieter die de kunst van de Spaanse tijd en ruimte beheerst. Of je nu op zoek bent naar een droomhuis of jezelf een weg wilt banen door de Spaanse vastgoedwereld, de makelaar staat klaar. Proost daarop – met een glas cava, uiteraard!

INTERESSE?

INTERESTED?

¿INTERESADO?